5 minuten #100 – Paul McCartney
Mijn collega bij de platenwinkel had een kaartje gekocht voor Paul McCartney. Ik snapte daar weinig van. Niets ten nadele van The Beatles, maar wat die oude man tegenwoordig op een podium deed, dat had toch niets met muziek te maken?
Ik had geen idee wat Paul McCartney op een podium deed. Zo bevlogen als al die bandjes die in de kracht van hun leven in Vera stonden kon het niet zijn. Daar was mijn collega het mee eens. Dat hij dat kaartje had gekocht was puur uit historisch besef. Het was, dacht hij, misschien wel de enige keer dat hij een Beatle live zou kunnen zien. George Harrison was net overleden. Je wist het maar nooit.
Twaalf jaar later speelde The Rolling Stones op Pinkpop. Ik heb niets met de Stones, nooit gehad ook, maar toen ze daar speelden had ik het gevoel dat ik midden in de geschiedenis stond – een gevoel dat mij vreemd was. Ineens begreep ik die collega. Als je de kans krijgt om een dagje in de zestiende eeuw rond te dwalen, of om de Slag bij Waterloo live mee kan maken, dan doe je dat.
Paul McCartney speelde dit jaar op Pinkpop en ik besefte dat dit mogelijk de enige kans was dat ik een Beatle kon zien optreden. Er stonden die zondag weinig artiesten die ik wilde zien. Vooral niet in die massa, ik ga liever naar intieme zaaltjes. Ik was moe, het had veel geregend, het zou nog meer gaan regenen. Een uur voordat Paul McCartney begon vertelde mijn lift dat hij ervandoor ging. In een paar minuten moest ik beslissen. Er reden geen treinen, ik moest de volgende dag werken, ik haat regen. In de auto draaiden we een cd van Ray Lamontagne.
—
Hoewel ik vind dat ik had moeten blijven, heb ik geen spijt. Dat de Stones zo’n indruk maakten had ik vooraf niet vermoed. Je kunt inschatten dat een vakantie naar Spanje leuker is dan een bezoek aan de tandarts en vaak klopt dat ook, maar in Spanje stormt het soms en met mijn tandarts kun je lachen.
Ik heb De Nachtwacht gezien en Guernica. Op het moment zelf was dat indrukwekkend, achteraf kan ik mij er weinig van herinneren. Ik zat eens met zes vrienden in een auto. Het was in Spa, onze tent lekte, het regende elke dag, alles was nat en alles deed pijn omdat we met onze lange lijven niet op de achterbank pasten.
We kwamen bij de camping aan toen uit de autoradio een lied klonk met de tekst ‘Kiele kiele kiele / kiele kiele kiele / eerst met de vinger en dan / met de piele’. We zongen mee en bleven zitten tot het af was gelopen. Ik ben er later vaak om uitgelachen, maar op dat moment was ik volmaakt gelukkig.