5 minuten #15 – Voetbalracisme
Als ik íets niet volg, dan is het het WK voetbal wel. Desondanks krijg ik de meeste uitslagen mee; vrienden en kennissen (on- en offline) volgen het wel. Deze situatie is een uitzondering. Over het algemeen volgen mijn vrienden en kennissen (on- en offline) ongeveer dezelfde dingen als ik.
Shownieuws bijvoorbeeld, dat volgt bijna niemand in mijn omgeving. De meeste BN’ers die op nu.nl/achterklap staan, die ken ik niet (dat weet ik omdat ik daar circa eens per jaar per ongeluk terechtkomt). Obscure Poolse wielrenners ken ik dan weer wel. Ieder zijn meug, moet je maar denken.
Neem nu Nicolette van Dam. Die kende ik niet. Ik dacht dat ik haar wel kende, maar dat bleek Nicolette Kluijver te zijn. Nicolette van Dam was ambassadeur van Unicef. Ze werd uit die functie ontheven omdat ze een foto had geretweet waarop Colombiaanse voetballers cocaïne snoven.
Het leek me behoorlijk overtrokken, maar in mijn timeline op Twitter vonden veel mensen het terecht. We moesten niet vergeten dat iedereen in Colombia wel iemand kende die om het leven was gekomen bij drugsgerelateerd geweld. (Ik betwijfel dat, maar dat doet er nu even niet toe.)
Diezelfde timeline windt zich er altijd enorm over op als het woord ‘neger’ valt. Dat verwijst naar de slavernij en dus is het racisme. Het wordt steeds erger. Recent zag ik de term ‘Afrikaanse ritmes’ veroordeeld worden. Over Zwarte Piet zal ik het maar helemaal niet meer hebben. Of trouwens, toch wel. Met de ogen van nu staat Sinterklaas met zijn witte bakkes nou niet bepaald aan de juiste kant van de geschiedenis. Als iemand zich door dat feest ongemakkelijk zou moeten voelen, dan zijn het de blanken wel.
Toen Duitsland voetbalde werden er op Twitter allemaal (slechte) WOII-grappen gemaakt en dat mocht blijkbaar wel. Voetbal is oorlog en geen slavernij.
TOELICHTING
Snijd ik me daar even een precair onderwerpje aan, zeg. De vraag is eigenlijk, hoeveel rekening moet je houden met de mogelijke gevoelens van anderen?
Het antwoord luidt volgens mij:
– als het om slachtoffers gaat: heel veel
– als het om daders gaat: nauwelijks.
(Let wel, het is een observatie. Misschien een onjuiste, misschien niet)
(Opvallend, die voorzichtigheid die ik hier in acht neem. Als ik zou schrijven dat ik de laatste tijd meer konijnen zie in Amsterdam (wat zo is), dan maak ik nergens een voorbehoud. Hier doe ik dat wel. Dat is omdat ik het erg vervelend zou vinden wanneer men zou denken dat ik een racist ben, terwijl het me weinig interesseert wanneer men meent dat ik niet kan tellen (of dat ik niet weet wat een konijn is)).
Wat me ook niet kan schelen is wanneer ik word uitgescholden voor hologige (ik kom uit Drenthe), beticht word van arrogantie (ik woon in Amsterdam) of als er grappen gemaakt worden over parkinson of kanker (ziektes waaraan mijn naasten lijden en/of gestorven zijn). Het gevaar bestaat dat ik die eigenschap, dat schouderophalen, projecteer op anderen. Dat ik ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet gij dat ook een ander niet’ verwar met ‘Wat gij aan uw reet zal roesten, dat zal een ander dan ook wel aan de reet roesten’.
Conclusie: ik zal op mijn tenen lopen en ondertussen hopen dat iedereen een beetje meer gaat denken zoals ik, want dat scheelt een hoop gezeur.
Over obscure Poolse wielrenners: ik ken er helemaal niet zo gek veel, tenzij je aanneemt dat Poolse wielrenners per definitie obscuur zijn (met uitzondering van Rafal Majka en Michal Kwiatkowski wellicht). Neem nou een Bartosz Huzarski. Is die obscuur? Ik heb geen idee.
Het leven is een grote duisternis (waarin het heerlijk tasten is).
Dit was 5 minuten, een rubriek met stukjes geschreven in 5 minuten en een eventuele toelichting daarop. Jawel.