5 minuten #99 – filmpje
Of het nog steeds zo is weet ik niet, ik ken bijna geen kinderen, maar van mijn eigen kindertijd herinner ik me dat je van die gastjes (m/v) had die altijd maar zaten te lezen. Mijn broer was zo iemand. Ikzelf niet, geloof ik. Ik las wel maar ik speelde ook graag buiten en als er tekenfilms op televisie waren dan keek ik daarnaar. Dat was een verslaving, die deels voortkwam uit schaarste. Er waren nauwelijks tekenfilms in Drenthe, we hadden geen kabeltelevisie. Die Sendung mit der Maus op WDR, daar moest ik het mee doen. Tenzij ik bij mijn tante in Leidschendam was. Zij had een Belgische zender waar de hele zondagochtend tekenfilms vertoond werden. Dat waren mooie dagen.
Tegenwoordig ben ik niet meer zo van de filmpjes. Wel van de langspeelfilms in de bioscoop, die bezoek ik wekelijks, maar niet van die snelle dingetjes tussendoor. Je moet je muziek afzetten en uiteindelijk vallen ze altijd tegen. Er kukelt een kat van een tafel en dat is het dan.
De gretigheid waarmee ze gedeeld worden laat zien dat er een flinke markt is voor filmpjes. Ik stel me voor dat veel kijkers nooit lezen, zoals ik nooit kijk. Het is zonde dat die kijkers nooit met mijn stukjes zullen kennismaken, vind ik in al mijn ijdelheid. Daarom had ik het idee opgevat om een filmpje te maken. Het gebeurde in de buurt van Oudekerk, tussen de koeien. Vijf keer las ik het eerste deel van het verhaal Nietjes van de Action voor. De koeien vonden het fascinerend, dat kon je zien. Thuis keken we de opnames terug. Ik was niet goed te verstaan, het waaide te hard.
—
Er was een tijd dat ik onvoorwaardelijk van alle dieren hield. Dat is niet meer zo. Katten vind ik vreselijk. Vooral in filmpjes. In het echt storen ze me niet, tenzij ze op mijn schoot springen. Ik vrees hun scherpe nagels en ik hou niet van hun geur. In dromen krijg ik het vaak met ze aan de stok. Meestal eindigen die dromen in een slachting. Als kat kun je mijn dromen beter mijden.
Koeien vind ik geweldig. Ze zijn reusachtig en zouden je zonder veel moeite kunnen doden, ze hoeven maar op je gezicht te gaan zitten. Dat doen ze niet. Ze staan stil, eten gras, slaan met hun staart naar de vliegen en kijken de wereld in met een blik van het is wel goed zo.