Dat was lachen (een etmaal in Sofia)
Sofia is de enige Europese hoofdstad ter wereld die hetzelfde heet als de ex-koningin van Spanje. Daar houdt de vergelijking op. Ik heb de ex-koningin van Spanje nooit bezocht en dat zal ik ook niet doen. Ze ziet me aankomen. De hoofdstad van Bulgarije bezocht ik wel. Het bezoek duurde 24 uur. Dat was lang genoeg. Niet dat Sofia een bezoek onwaardig is. Ik beveel een bezoek aan Sofia van harte aan. Het is een prima stad. Dat je het na een etmaal wel gezien hebt, doet daar niets aan af. Voldaan reis je verder. Of terug. Een ervaring rijker en nauwelijks tijd verloren. Wat een geluk.
De gezichten van de inwoners van Sofia stralen weinig vriendelijkheid uit. Dat betekent niet dat Sofianen een onvriendelijk volk zijn. Schijn bedriegt. Het is even wennen. Op een terras bestelde ik een biertje. Uiteraard, zei de serveerster, een biertje, komt eraan. Ze bracht mij het biertje, zei: alsjeblieft, hier heb je je biertje, en verdween van het toneel. Mij bekroop het gevoel dat ik haar lang geleden iets had aangedaan. Iets wat ik mij niet kon herinneren maar wat zij klaarblijkelijk nooit was vergeten. Het zal geen kattenpis geweest zijn. Tot op de dag van vandaag hebben mijn laffe daden diepe impact op haar eenvoudige leventje.
Ik voelde mij sterk met de serveerster verbonden. Regelmatig krijg ik naar mijn hoofd geslingerd dat lachen niet verboden is en dat ik gewoon weg kan gaan als het mij niet bevalt. Dat gebeurt vooral in de kroeg, als iedereen vrolijk en dronken is en er ook zo uitziet. Soms gebeurt het in het wild. Op de pont naar Noord bijvoorbeeld. Zo, jij hebt een kutdag gehad, zei een man met wie ik nooit zou willen ruilen. Vergeefs probeerde ik te lachen. Dat was voor het laatst. Thans ben ik kosmopoliet. Ik weet beter. Al lacht het leven je nog zo hard toe, niemand kan je verplichten terug te lachen.