De hangende rupsen van Drenthylon
In Drenthe hadden ze overal rupsen opgehangen. Aan zijden draadjes hingen de rupsen aan de bomen. Ze konden geen kant op. Het was vreselijk.
Van een afstandje had ik niet gezien dat het rupsen waren. Ik dacht slingers. De Action was dicht, dit verhaal speelt op Hemelvaartsdag. De ijverige Drenten hadden met draad en crêpepapier iets in elkaar geknutseld om mij te begroeten. Een sympathiek gebaar. Maar het waren dus rupsen.
Omdat het Hemelvaartsdag was kon ik geen ov-fiets huren. Ik moest met de bus. In de bus zat een vader met twee jonge dochters. Hij vertelde van alles. Niet klopte. Dat Westerbork een lintdorp was vertelde hij, en dat het Burgemeester Gualthérie van Weezelplein genoemd was naar de burgemeester van Wezel. Ik wilde er iets van zeggen maar ik dacht, laat die kinderen maar dom blijven, slimme mensen krijgen het moeilijk in dit land.
Het was onduidelijk wat de spartelende rupsen op hun kerfstok hadden. Volgens mijn moeder had er niets over in het Dagblad van het Noorden gestaan.
In films over kwaadaardige regimes zie je wel dat slachtoffers van de repressie openlijk terechtgesteld worden. Als afschrikwekkend voorbeeld blijven die mensen soms jaren hangen. Op het laatst zijn er alleen nog skeletten over en wat vodden van kleren.
Later zagen we nog meer rupsen. Deze rupsen hingen niet aan draadjes; ze waren gevangen in enorme netten van zijde. Met zijn duizenden krioelden ze over elkaar heen. Ook dit deed me aan films denken, aan overvolle gevangenissen net voordat er een opstand uitbreekt.
Misschien kijk ik te veel films.
Het was een zonnige dag, maar de sfeer was kil. In het bos klonk het alsof het regende. Dat deed het niet. Er viel zwart zaad uit de bomen, heel veel zwart zaad, we zaten er helemaal onder.
Thuis begonnen we te googelen. Alles was anders dan we dachten. Die rupsen aan die draadjes hingen daar voor de lol. Ze waren op weg van de boomkruin naar de grond. Daar zullen ze zich verpoppen. Later, als het vlinders zijn, kruipen de vrouwtjes weer de boom in. Onderweg zullen ze bevrucht worden door de mannetjes. Boven in de boom leggen de vrouwtjes eitjes, waar rupsen uit komen die zich aan draadjes naar beneden laten zakken.
Het waren de rupsen van de kleine wintervlinder. De rupsen in de zijden gevangenissen worden later spinselmotten. Het valt meestal tegen als je rupsen determineert. Nooit groeien ze uit tot kleurrijke vlinders, het worden altijd van die onooglijke nachtmotten waar je nog nooit van gehoord hebt.
De zwarte zaadjes uit de bomen hadden ook met rupsen te maken. Het was hun poep. Ik zal daar niet over uitweiden, dat wordt al snel flauw.
Kleine-wintervlindervrouwtjes kunnen niet vliegen. Ik bedoel dat niet seksistisch, zoals ze wel zeggen dat mensenvrouwtjes niet kunnen autorijden. Kleine wintervlindervrouwtjes zijn niet in staat om te vliegen: ze hebben geen vleugels.
Vergeleken met merels en vliegtuigen kan trouwens geen enkele vlinder vliegen. Nu bedoel ik het wel seksistisch. Dat gefladder. Het lijkt nergens op.
Stel dat je mag kiezen wat je wil worden als je reïncarneert. Je kiest een vlinder en je wordt een kleine-wintervlindervrouwtje. Dan baal je. Maar je mag niet kiezen. Dat weet ik zeker. Anders zouden er veel minder mieren zijn en veel meer olifanten.
Je kunt deze stukjes ook in je mailbox ontvangen. Tip dat gerust aan je vrienden.