De tuinvogeltelling
De nieuwe buren zijn aan het verbouwen. Ze doen het niet zelf, er zijn Volendammers ingehuurd. De Volendammers breken het oude huis af en zetten er een nieuw huis voor in de plaats. De nieuwe buren hadden beter een huis kunnen kopen dat meer lijkt op het huis dat ze graag hadden willen hebben.
De werkzaamheden veroorzaken kabaal en getril. Er sneuvelden een soepbord en een borrelglas. Ik heb nog twee soepborden en nul borrelglazen. Dry January is voorbij. Ik drink mijn borrels uit een soepbord.
De Volendammers zeggen dat ze geen borrels willen. Ze moeten nog rijden. Iedere dag schenk ik een soepbord vol en zet het bij de achterdeur. Om half vier stipt hoor ik de busjes starten waarmee de Volendammers terugrijden naar Volendam. Ik haal het lege soepbord binnen en stel geen vragen.
Vanwege de asbest moeten ramen en deuren gesloten blijven. Ik zit achter een gesloten raam en tel de tuinvogels. Tot nu toe telde ik ieder jaar nul vogels. Omdat de tuin van de buren vol ligt met puin, zitten de tuinvogels dit jaar in mijn tuin. Het begint met vier eksters. Daarna verschijnen een roodborstje, een merel en twee houtduiven. De tuinvogels lijken het naar hun zin te hebben. Misschien zijn ze blij dat ze geteld worden. Maar schijn bedriegt. Dat heb je met schijn. Vanuit het niets valt een van de eksters een van de houtduiven aan. De ekster heeft een flinke dot veren te pakken. De duif vliegt weg. De eksters pluizen de veren uit. In duivenveren zitten veel onverzadigde vetten. Onverzadigde vetten dragen bij aan de instandhouding van een normaal cholesterolgehalte. Dat is goed voor het hart.
Als de vetten achter de kiezen zijn vliegen de eksters naar de tuin van de buren. Ze gaan boven op de berg asbest zitten. In de krant staat dat je de resultaten van de Tuinvogeltelling met een korreltje zout moet nemen. Veel mensen zien het verschil niet tussen een ekster en een houtduif. Ze noemen alles wat vliegt een mus.