Fan van De Dijk
Ik vroeg me af of het mogelijk was fan te worden van een willekeurig gekozen voetbalclub. In het kader daarvan bezocht ik De Dijk – HSC ’21, een wedstrijd in de Derde Divisie Zondag. Het evenement trok opvallend weinig bekijks. Dat had vermoedelijk te maken met het weer (regen), de toegangsprijs (8 euro) en de wedstrijd Ajax – FC Utrecht, die tezelfdertijd gespeeld werd. Alleen de echte fans waren gekomen. Dat waren vrijwel allemaal mannen, de meesten ruim boven de vijftig. De staantribune was gemaakt van houtplaten, stalen buizen en landbouwplastic. Er werden geen liederen gezongen.
Op een van de reclameborden langs het veld stond het logo van Vleeshandel Topkip. Het was een kuiken met daarin de woorden top en kip. Ze waren onder elkaar geplaatst, zodat de langgerekte P in beide woorden dienst kon doen. De i stond ondersteboven en vormde zo een uitroepteken achter de overgebleven letters, zijnde de t, de o en de k. Het duurde even voordat ik de grap snapte. Dankzij een doelpunt van centrumspits Dennis Kaars stonden we bij rust met 1-0 voor.
In de kantine brandden dikke kaarsen op de bar. Een bekertje koffie kostte 1,20. Aan de muur hing een gesigneerd shirt van Cambuur Leeuwarden. De handtekening van trainer-coach Stanley Menzo stond op de rechterborst. Zijn neefje Damien zag de wedstrijd vanaf de reservebank. Het kunstgras rook naar rubber.
Tien minuten voor tijd werd Dennis Kaars onderuit getrapt door de uiterst sympathieke rechtsback van de Haaksbergse bezoekers. Het linkerbeen van onze centrumspits raakte los van zijn romp en vloog in de kruising. Een man met een sigaar dacht dat het een doelpunt was en wierp zijn beide handen in de lucht.
Dennis Kaars vroeg om een wissel. De coach wees naar Damien Menzo. Hij weigerde. Damien hield niet van regen. Ook de andere reservespelers zagen het niet zitten de knusse dug-out te verlaten. De coach wierp zijn blik op de staantribune.
‘Nu,’ schreeuwde de man met de sigaar, die nog altijd met zijn handen in de lucht stond. Alle bezoekers zetten een stap naar achteren. De tribune schudde ervan.
Ik mocht de fluorescerend gele schoenen van Dennis Kaars aan. Ze knelden een beetje. Voortdurend liep ik vrij; de tegenstander leek mij niet serieus te nemen. Dat was ook wel terecht. Mijn medespelers schoten liever vanaf de eigen helft op de goal dat ze de bal naar mij afspeelden.
Na een afzwaaiende corner kreeg ik onverwacht de kans om te schieten. Ik schopte over de bal heen en viel op mijn kont. Het was lang geleden dat ze zo gelachen hadden op Sportpark Schellingwoude. Mij kon het niet deren. De wedstrijd eindigde in 2-0. Het patatje na afloop had de smaak van de overwinning en een vleugje frituurvet dat nodig aan vervanging toe was.
Er is ook een nieuwsbrief, dan krijg je de stukjes soms in je mail.