Twee bijen, één bloem
Een bij landde op een bloem (bloemde), waarop reeds een andere bij verbleef die het er niet mee eens was. Het waren bijen van verschillende soorten. Dat lag voor de hand; er bestaan tienduizenden soorten bijen. Van welke soort deze bijen waren, moet helaas onvermeld blijven. Niet dat het u niet aangaat, het gaat u zeer aan, maar ik was er niet bij toen het gebeurde en al was ik er wel bij, ik ben geen bioloog.
Degene die mij het verhaal vertelde, zei niet om welke bijensoorten het ging. Vermoedelijk wist hij het niet; ook hij was geen bioloog. Hij was een oude zeeman. Of nee, dat is te voor de hand liggend en tegelijkertijd volstrekt ongeloofwaardig. Hij was de Franse supermarktmanager die mij minzaam aankeek terwijl ik met blote handen twee pains aux raisins à € 0,39 in een plastic zakje stak.
‘U dient de grijparmen te gebruiken,’ zei hij.
Een waanzinnige regel, als je het mij vraagt. Ik was voornemens de broodjes zelf op te eten en dat zou ik doen met dezelfde smerige klauwen als waarmee ik ze zojuist uit de bak had gevist.
Alsof de supermarktmanager inzag hoe onnozel zijn berisping was en iets goed wilde maken, vertelde hij het verhaal van de bijen. Ik begreep lang niet alles, mijn Frans was eerder zo-zo dan je-dat, maar uiteindelijk sloten de bijen vriendschap en bleven ze getweeën op die bloem zitten, ademloos luisterend naar elkaars verhalen uit verschillende werelden, tot de avond viel en de tijd rijp was om terug te keren naar hun korven. Daar kwamen ze tot rust en dachten: dit was een belangrijke dag. En ook: grappig woord eigenlijk, korven.