5 minuten #37 – Corno Zwetsloot (dit is geen IM)
Doodgaan lijkt me het vervelendste wat er is in het leven. Al kun je je afvragen of het bij het leven hoort, of dat het er juist volledig los van staat. Wat vast staat, volgens mijn overtuiging althans, is dat je er weinig van meekrijgt als je dood bent. Het zijn de nabestaanden die rouwen.
(Dat mag ik toch hopen, dat er op z’n minst een klein beetje om mij gerouwd zal worden. Hoewel het niets uitmaakt. Ik ben toch nergens meer. Dat maakt doodgaan niet minder draaglijk. Eerder pijnlijker. Andere tegenslagen kun je met een goede borrel weer te boven komen. Tegen de dood helpt helemaal niets.)
Ik schrijf niet graag over de doden. Zeker niet als de dood nog vers is, de pijn nog onversneden. De in memorials die je in de krant leest zijn vaak heel klinisch en zakelijk. Andere stukjes zijn juist zo persoonlijk dat ze meer over de schrijver lijken te gaan dan over de overledene. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Dat ik niet graag over de doden schrijf, dat was me nog niet eerder opgevallen. Ik kwam er zaterdag achter, toen ik vernam dat Corno Zwetstloot was overleden. Ik beschouw mezelf als groot liefhebber van zijn muziek en ik vond dat ik het aan hem, of misschien vooral aan mezelf, verplicht was om er een stukje aan te wijden.
Al snel kwam ik erachter dat het slechts een zakelijke opsomming van zijn daden zou worden. Of, dat was de andere optie, een stuk over hoe geweldig ik zijn muziek vind, wat me op dat moment voorkwam als koketteren met mijn eigen goede smaak, waarbij ik zijn dood als excuus zou gebruiken om dat te doen.
En dus schreef ik niets. En nu toch, al is het niet meer dan dit. Het moest er blijkbaar uit.
TOELICHTING
Ik weet niet wat ik er verder van moet zeggen. Ik hoop alleen dat ik niemand heb beledigd. Lees hier een mooi stuk van Peter Bruyn en hier van Richard Foster (in het Engels).
Aan iedereen die verdrietig is: sterkte.
(foto: Luifabriek.com)