Als de rook om je hoofd in Marseille
We hadden juist het perfecte plekje (half schaduw, half zon, een handvol scharrelende duiven) gevonden, toen een geelbruine wolk over Marseille trok. Het rook ongevaarlijk en best lekker, de geur brandend hout, maar toen de zwarte roetdeeltjes op onze gebruinde huiden neerdwarrelden, besloten we naar binnen te gaan. De timing was ideaal: het laatste uur van de Olympische tijdrit op de weg was ingegaan.
Voor het verhaal was het beter geweest als er urenlang gekibbel aan de rookwolk vooraf was gegaan; een discussie uiteindelijk gewonnen door A. (B.), waarna ik met tegenzin naast haar in de zon was gaan zitten, mezelf opvretend omdat ik per se wielrennen wilde zien, hoe onzinnig dat ook is (daarover later meer), en dat als bij godsgeschenk die wolk over de stad kwam getrokken.
Je ziet ze wel eens, onvoorstelbaar vaak zelfs, van die stellen die over alles ruzie maken. Doorgaans is het in die gevallen de vrouw die de spreekwoordelijke broek aan heeft. Een seksistisch spreekwoord overigens, met de kennis van nu. Zal er een moment komen dat bepaalde spreekwoorden incorrect worden verklaard, omdat ze negatief bijdragen aan de emancipatie van deze of gene groep? Vermoedelijk, en ik geloof niet dat het nog lang duren zal. Hoe dan ook was er van gekibbel in ons geval geen sprake. Ten eerste omdat A. (B.) zo niet in elkaar steekt. Wil ik wielrennen kijken, dan moet ik dat vooral doen. Daarnaast ben ik zo slim geweest om haar een pronostiek-team te laten maken voor de Ronde van Italië, waarna de koers, en vooral de renners in haar team, haar nogal in haar greep had. Ze begrijpt hoe belangrijk het is, al weet ze dat het dat niet is.
Het behoeft geen uitleg dat het totaal van de pot gerukt is, je tijd te verdoen met het kijken naar fietsende mannen, en ik kan niet goed verklaren waarom het mij zoveel genoegen schenkt. Het droevigst is het dat het koersverloop en de uitslagen, zij het kortstondig, van invloed zijn op mijn humeur. Mijn voorkeuren hebben, anders dan bij de meeste sportkijkers, niets met de nationaliteit van de sporters in kwestie te maken. Dat praat het niet goed, maar maakt het mijns inziens enigszins minder zorgelijk. Tal van andere factoren spelen een rol, waarbij het nogal wil helpen om heel vaak net niet te winnen.
De voornaamste factor is echter of ik een renner al dan niet ‘in mijn team’ heb. Met vrienden en kennissen neem ik aan diverse spellen deel en het geeft blijkbaar genoegdoening als de renners die je vooraf uitkoos bij de besten blijken te horen. Die spellen zijn overigens zo opgebouwd dat je niet zomaar de meest voor de hand liggende renners kunt kiezen en er dus vrijwel altijd iets te juichen valt. Nee, er komt heel wat tactisch inzicht bij kijken; ik zal het hier verder bij laten, het is allemaal al erg genoeg.
Na de door Fabian Cancellara gewonnen wedstrijd was de rookwolk in omvang verder toegenomen. Van zon was geen sprake meer, wat jammer was maar ook erg mooi; er viel een bijzonder licht over de stad, een licht dat ik niet kende en dat moeilijk anders te beschrijven is dan aan de hand van Instagram-filters, en laat ik juist daarin niet erg thuis zijn. Laat ik dus volstaan met zeggen dat het mooi was en dat ik er niet volop van kon genieten vanwege mijn zonnebril, die broodnodig was omdat die roetdeeltjes flink irriteren wanneer ze in je oog belanden. Benieuwd hoe dat vanavond moet. De bosbrand, want daarmee hebben we hier van doen, lijkt voorlopig niet voorbij en in het donker zie je weinig met een zonnebril. Een etablissement in de buurt vinden en daar blijven zitten tot het allemaal voorbij is, dat is het devies. Maar eerst een Pastis 51; het moet wel gezellig blijven en we zijn ten slotte in Marseille, stad van Pastis 51 en gezelligheid – dat laatste had ik niet verwacht en zo zie je maar.