Herinneringen aan een azc in Midden-Drenthe

Herinneringen aan een azc in Midden-Drenthe

Ik groeide op in Westerbork, thans behorend tot de gemeente Midden-Drenthe, waarin ook het dorpje Oranje ligt. Toen ik een jaar of vijftien was werd er een asielzoekerscentrum gepland in ons dorp. Het kwam er net buiten te liggen, naast een kippenschuur. ’s Zomers, als de schoolbus er langs reed, staken we onze neuzen in onze T-shirts. Dat was geen aanstellerij; het was er echt niet te harden.

Ik herinner me nauwelijks ophef. Er waren eerder vluchtelingen opgevangen in ons dorp. De kinderen zaten bij ons op school, al hadden ze een eigen lokaal omdat ze de taal nog niet spraken. Sommige gezinnen kregen later een huis in het dorp, maar daar bleven ze nooit lang wonen. Ze verhuisden liever naar de stad, naar Assen bedoel ik, dat vonden wij een stad.

Alleen de man die naast het geplande azc woonde was boos of bang of allebei. Hij had een bord in zij tuin geplaatst waarop stond: weet u nog wat de vorige bestemming van een kamp in Westerbork was?

Voetbal
Op voetbal kregen we twee jongens uit het azc in ons team. Eentje was een Syrische Koerd, de ander kwam geloof ik uit Bosnië. Ze konden aardig voetballen, maar ze speelden nooit over. Dat leerden wij ze. We leerden ze ook Nederlands. Na een jaar spraken ze vloeiend Drents.

Enkele van mijn teamgenoten raakten goed met ze bevriend. Ik kwam slechts af en toe bij ze thuis, in het kamp. Dan kregen we zonnebloempitten in plaats van chips en ze hadden geen cd’s maar wel een bandje waarop alleen (I’ve Had) The Time Of My Life stond.

De Bosnische jongen verhuisde naar de USA, de Syriër bleef in Nederland. Toen ik in Groningen studeerde kwam hij wel eens langs. Dan dronken we bier, in die tijd deed ik weinig anders.

In een tijdschrift, ik vermoed Elsevier, stond jaren later een artikel over azc’s in Nederland. Ze hadden een kaart van Nederland gemaakt met bij elk azc-dorp een ballonnetje met een quote van een bewoner. Bij Westerbork stond een anonieme vrouw die zei dat alleen de voetbalclub blij was met het azc en dat de rest van het dorp die allochtonen liever kwijt dan rijk was. Ik was aan het werk in de platenwinkel toen ik het las en wond me er enorm over op. Dat was in die verhitte tijd dat Leefbaar Nederland in opkomst was. Mijn collega’s maanden me tot kalmte; ik joeg de klanten weg.

Oranje
Misschien klopt het niet helemaal wat hierboven staat, zijn mijn herinneringen vertroebeld of kreeg ik het gewoon niet zo goed mee omdat ik te jong was. Wat ik zeker weet: de meeste Drenten zijn geen barbaren.

De opname van 700 asielzoekers in Oranje is niet zonder rimpeling verlopen, maar het begon ergens op te lijken, je hoorde ook veel positieve geluiden uit die richting. In Oranje woonden 130 mensen. Dat zijn er nu 830. Ik vind het niet gek dat men ervan schrikt nu er nog eens 700 mensen bij zouden komen.

Niet dat ik het goed wil praten wat er in Oranje gebeurd is, maar ‘belagen’, zoals de NOS het noemt, is een groot woord. Ik zie een wanhopige vrouw en twee opgefokte post-pubers.

Dit soort overdreven nieuwsberichten brengt de bangen en de barmhartigen geen centimeter dichter bij elkaar. Dat bleek wel op Twitter, waar al snel het woord inteelt viel, ook bij mensen van wie je op basis van hun cv meer zou mogen verwachten. Een universitair docent die ook columns schrijft voor een landelijke kwaliteitskrant bijvoorbeeld, en een romanschrijver die onder contract staat bij een respectabele uitgeverij.

Het belangrijkste is dat er een oplossing komt voor wat er op dit moment gebeurt aan de randen van Europa. Zolang dat niet lukt, moeten we de problemen die hier daardoor ontstaan zo goed mogelijk het hoofd bieden. Wat we daarvoor nodig hebben is, zoals wijlen Gerard de Vries al zong in zijn afschuwelijke cultklassieker Wim, vooral één ding: een beetje begrip. En dat geldt voor beide kampen.