In Spanje #1 – voetballen in Málaga
In Málaga zijn de vuilnismannen (m/v) in staking. Net als bijna iedereen willen ze meer geld en meer vakantie. Ik vind dat de vuilnismannen een punt hebben. Hun werk is vies, zwaar en superbelangrijk en ze worden slecht betaald. Slechter dan marketingmedewerkers bij Calvé, terwijl de samenleving geen moment zal wankelen op het moment dat wereldwijd alle marketingmedewerkers van Calvé zouden besluiten voorgoed hun werk neer te leggen. Terwijl, wanneer het vuilnis niet meer opgehaald wordt, de straten verstopt raken. Daarmee stopt ook het dagelijks leven en uiteindelijk, als we allemaal besmet zijn met de rattenvlektyfus en wat dies meer zij, het leven zelf.
Om dat te voorkomen (en vanwege de economie – is die toch nog ergens goed voor) zette het stadsbestuur twee externe firma’s in om het vuil op te halen. Tegen de geur werd een of ander chemisch goedje over de straten gespoten. Het heeft een soort rubberen laag achtergelaten, waardoor het voelt alsof je in een sporthal loopt. Zo klinkt het ook; Málaga piept onder de zolen van haar inwoners en onder mijn nieuwe zolen wel het hardst.
Of het ermee van doen heeft weet ik niet, maar om 2:00 uur ’s nachts, toen het horecapersoneel de terrassen afbrak in de hoop dat het nachtleven zich binnen voort zou zetten, viel er een voetbal uit de lucht. Onder luid gejuich van de honderd jongelui met wie ik het Plaza Marqués del Vado del Maestre bemande, werd de bal terug de lucht in geschopt. Dat ging een paar minuten zo door, tot een jongen met een bruin leren jasje en een strak wit shirt om zijn tamelijk gespierde lijf – wilde hij compenseren voor zijn geringe lengte? – de bal in handen kreeg.
Het was niet uit onwil dat hij de bal niet terug in het spel bracht. Hij leek te twijfelen over de juiste aanpak. Moest hij schoppen, gooien, slaan? En in welke richting? Het publiek begon te joelen. De jongen legde aan voor een schot, maar weer sloeg de twijfel toe. Hij deed een paar stappen naar achteren. Vanaf die plek zou het misschien beter gaan. Het duurde te lang. Een grote Nederlander met een baard en een rugzak stormde op het Spanjaardje af om hem de bal te ontfutselen. Deze kon dat niet waarderen. Hij werd driftig zoals alleen kleine mensen driftig kunnen worden. Het jasje ging uit en het was slechts aan zijn vrienden te danken dat hij zich niet in een kansloos gevecht stortte.
Alsof het zo moest zijn, belandde de bal kort daarop voor een tweede maal bij het nog nauwelijks tot bedaren gekomen Spanjaardje. Wederom aarzelde hij, wederom greep iemand in. Na wat duw- en trekwerk verloor het opstootje massaal het evenwicht. Ik genoot het voorrecht dat dit aan mijn voeten gebeurde. Helemaal onder op de kluwen lichamen lag het Spanjaardje, de bal stevig in zijn armen geklemd als het scheepsjournaal van kapitein Ortega. Wanhoop en agressie spoten uit zijn ogen. Ik stelde me voor dat hij dit als kind vaak had meegemaakt. Dat ook toen grotere jongens hem zijn speelgoed stelselmatig afpakten.
Al snel na de val wist iemand de bal los te peuteren. In een reactie greep het Spanjaardje naar een glas, dat hij op de straat stuksloeg om God weet wat te doen. Het spatte in duizend stukjes uiteen; ook dit kon hij niet.
De sussers waren in de meerderheid, echt vechten werd het niet. Een derde kans werd het Spanjaardje niet gegund. Na een hoog schot belandde de bal op een balkon. Dat was nog behoorlijk knap, daar het balkon nauwelijks dieper was dan de bal diametraal. Aan de andere kant, als je maar lang genoeg doorgaat, zal dit vroeg of laat een keer gebeuren.
De jongen die de bal op het balkon had geschoten en daarmee feitelijk het spel om zeep had gebracht, werd als een held toegejuicht. Hij maakte een vreugdedansje zoals ik het kende van het computerspel Fifa ’95. Toen de kennelijk opgetrommelde politie arriveerde, was de rust al wedergekeerd. Voor de vorm namen ze een zwerfvrouwtje zonder tanden mee.
De foto heb ik zelf gemaakt met mijn Samsung-telefoon. Dit blog is een poging om reisorganisaties zo ver te krijgen om mij op hun kosten te laten reizen. Als het goed is komt er elke dag een stukje, maar je weet hoe dat gaat. Er is ook een nieuwsbrief, dan krijg je elke week een (één, 1) stukje per e-mail.