5 minuten #32 – Zieke poepjas
In de C&A, op een bord bij de roltrap naar de kelder, stond dat daar de vrouwenafdeling was. Wat dom, dacht ik nog, dat bord klopt niet. Maar het klopte wel. Ze hadden de boel verbouwd. Zo gaat dat tegenwoordig. Je knippert vier jaar met je ogen en alles is anders.
Op de eerste verdieping vond ik de juiste afdeling: kleding voor dertig-plusmannen die denken dat ze vijftien zijn. Omdat de Amsterdamse binnenstad een soort hel is – had ik de binnenstad van Zoetermeer niet gekend, dan had ik beweerd: de Amsterdamse binnenstad ís de hel –, en omdat ik een paar minuten op de vrouwenafdeling had gedwaald, en omdat de roltrap stuk was, had ik vermoedelijk het gezicht van iemand die zojuist gehoord heeft dat zijn huis is afgebrand en de rest van de wereld ook; verdriet, woede, wanhoop.
Een meisje begroette me overdreven vrolijk, niet wetend dat ze zich in een soort hel bevond. Waarschijnlijk had ze het ooit wel geweten en het zo lang ontkend dat ze zelf in haar leugens was gaan geloven. Er moet een naam zijn voor dat overlevingsmechanisme, maar het gaat nu even om mijn nieuwe jas.
Het viel niet mee om een jas te vinden. De logica van de indeling was niet te doorgronden. Jassen, broeken, truien, handschoenen, alles hing doorelkaar. Het was ook niet op kleur gesorteerd en ook niet op materiaal.
De eerste jas die mij aanstond had geen prijskaartje. Duur kon het niet zijn. Bij de C&A is niets duur en bij de kassa betaal je altijd minder dan op het prijskaartje staat. Toen ik de jas wilde passen zei een man: dat is mijn jas. Hij had hem uitgetrokken om een andere te kunnen passen. Opmerkelijk. Waarom zou je een jas kopen als je er al een hebt? Vanwege de mode, dacht ik nog, maar de C&A is geen winkel voor mensen die daar gevoelig voor zijn.
TOELICHTING
De laatste keer dat ik een jas kocht was in 2005. Dat is negen jaar geleden. Veel mensen kopen kleren omdat ze zin hebben in nieuwe kleren. Ik koop alleen kleren als de oude op zijn. Net als rijst. Dat scheelt geld en vooral een hoop gedoe.
Uiteindelijk vond ik een lichtbruine jas. Het was een beetje een poepkleur. De poep van een zieke. Ik had graag een groene jas gehad, maar die die hadden ze niet en ik loop liever negen jaar in een zieke poepjas dan dat ik nog een winkel binnen moest.
Vanochtend hoorde ik dat mijn lievelingsband van Nederland, Space Siren, ermee ophoudt. Gitarist/producer Corno Zwetsloot heeft iets anders dat hem bezighoudt. Iets dat hij niet langer met de band kan combineren. Iets waar hij niet zelf voor gekozen heeft, maar zo gaan de dingen, verdomme. Eigenlijk had dit stukje daarover moeten gaan, maar wat valt er verder over te zeggen?