5 minuten #55 – Het weer

bast meisje weerHet was de eerste mooie dag van het jaar, qua weer dan, waarbij ‘mooie’ betekent: al best wel warme. Je kon zonder jas naar buiten en daar gaat het om in het leven. Het viel me uiteindelijk nog tegen hoe gelukkig ik ervan werd. Gematigd gelukkig, zou ik zeggen. Over het algemeen raak ik van een beetje wind of regen al flink uit balans, dus gematigd gelukkig is eigenlijk al heel wat.

Maar laten we het niet over het weer hebben. Het weer, daar praat je over met mensen die je een beetje kent, maar waaraan je verder niet zo gek veel te melden hebt.

‘Lekker weer, hé?’
‘Nou, poeh! Ik hoop dat het zo blijft.’
‘Ik ook.’
‘Want van de winter was het niks, hè? Zo koud!’
‘Oef, nee, praat me er niet van.’
‘Nou!’
‘Goh ja.’
‘Huhuu.’
‘Ok, dan ga ik maar weer.’
‘Ja, ik ook. Leuk even bijgekletst te hebben.’
‘Eensgelijks. Doe-doei!’
‘Het is insgelijks.’
‘Nou en.’

Terwijl, als dat goede weer ons echt zo zou interesseren, waarom blijven we dan met zijn allen in Nederland wonen? Je doet er niets aan, behalve wachten tot de global warming zich heeft voltrokken maar tegen die tijd ben je tien jaar ouder en dan ben je vel te dik om met je blote bast in een parkje te gaan hangen.

Verder vind ik dat de bierfiets mag blijven. Niet dat ik fan ben van de bierfiets, maar als je dat gaat verbieden, waar houdt het dan op?

TOELICHTING
Het is wel duidelijk denk ik. Het weer, daar praat je over als je niet echt iets te zeggen hebt. Dat was nu dus het geval. Dat kwam omdat het al vrij laat was en ik wilde eigenlijk naar bed maar ik moest ook nog allemaal andere dingen schrijven en dan krijg je dus dit.

Wat dat betreft is het niet zo’n gek idee om minder te gaan werken. Ik niet per se, maar wel die mensen die meer dan zestig uur per week werken en dan ook nog eens een heel stomme baan hebben die belachelijk veel stress oplevert, die zouden eens wat vaker met hun blote bast in het park moeten gaan liggen. Dat zou ook een hoop werklozen schelen, want het werk dat dan niet gedaan wordt, dat kunnen de mensen zonder baan dan doen en zo is alles opgelost. Of zie ik nu iets over het hoofd? Het zij zo. Ik ga slapen.

Dit stukje schreef ik eigenlijk vorige week al, maar dat geeft niet, want het is tijdloos.