Alles wat ze wil
I
Woerden vierde zijn 650-jarig bestaan als stad. De burgemeester van Woerden had alle andere burgemeesters uitgenodigd. De meeste burgemeesters liepen verveeld rond. Het handpoppentheater, de sambaballenband, de dansende dreumesen; ze hadden het al zo vaak gezien, in andere steden, op andere feesten. Vaak lag het niveau daar hoger.
Maar de burgemeester van Schiermonnikoog, die zelden van zijn eiland kwam, wist niet wat hij meemaakte.
‘Dit wil ik ook,’ riep hij uit.
Sindsdien viert Schiermonnikoog ieder jaar in november het 650-jarig bestaan van de stad Woerden.
Lynn wordt wakker in haar eigen bed. De dag is al begonnen. Zij leeft een eenzaam leven. Dat wil niet zeggen dat ze ongelukkig is. Desgevraagd zou ze je vertellen dat de term ‘lankmoedig’ de lading beter dekt. Ze weet niet precies wat het betekent, maar ze houdt van de klank van het woord. Maar niemand vraagt Lynn wat, behalve de leerlingen in haar klas. Die vragen of er vossen op Schiermonnikoog leven en of ze weet wat liefde is en wat die twinkeling in haar ogen te betekenen heeft.
Vandaag is er geen school. Het is feest. Het is de tiende editie van de viering van het 650-jarig bestaan van de stad Woerden op Schiermonnikoog. Een lustrum.
Lynn trekt haar mooiste kleren aan en wandelt naar het dorp.
‘Vrolijk lustrum, juffrouw Lynn,’ zeggen de dorpelingen.
‘Vrolijk lustrum,’ zegt Lynn.
De mensen van het vasteland groeten Lynn niet. Lynn neemt hun dat niet kwalijk. Ze weet dat ze het niet onaardig bedoelen. Het is een cultuurverschil.
De viering van het 650-jarig bestaan van de stad Woerden trekt ieder jaar meer bezoekers naar Schiermonnikoog. In de aanloop naar de derde editie verscheen er een ingezonden opiniestuk in de eilandkrant. Dat opiniestuk maakte veel los. Er werd een inspraakavond georganiseerd en er kwam een online petitie. De burgemeester kon een sit-in op het gemeentehuis op het laatste moment afwenden. Op de derde editie van de viering van het 650-jarig bestaan van de stad Woerden stond er naast het handpoppentheater, de sambaballenband en de dreumesdans een manifestatie op het programma tegen de drukte. De manifestatie werd een groot succes. Sindsdien maakt zij ieder jaar officieel onderdeel uit van de viering van het 650-jarig bestaan van de stad Woerden. De mensen achter de manifestatie zijn trots dat zij ieder jaar meer bezoekers trekken.
In de aanloop naar de vierde editie van de viering van het 650-jarig bestaan van de stad Woerden verscheen er opnieuw een ingezonden opiniestuk in de eilandkrant. De auteurs schreven dat de viering van het 650-jarig bestaan van de stad Woerden een feest is van tradities, waar niet lukraak programmaonderdelen aan toegevoegd mogen worden. Om een lang verhaal korte te maken: de manifestatie tegen het toevoegen van programmaonderdelen aan de viering van het 650-jarig bestaan van de stad Woerden was een groot succes en groeide uit tot een vast onderdeel van het programma.
Lynn was bij geen van de actiegroepen betrokken. Ze was gepolst, maar ze had bedankt. Actiegroepen zijn niets voor Lynn. Daar is ze veel te lankmoedig voor.
II
De tent puilt uit. Lynn kan nog net een plekje vinden achter in de tent. Ze leunt nonchalant tegen een pilaar.
‘De viering van het 650-jarig bestaan van de stad Woerden is de viering van het 650-jarig bestaan van de stad Woerden niet meer,’ roept een man op het podium. Hij steekt een vuist in de lucht. ‘De tent puilt uit. Dit is niet normaal.’
Alles wat de man roept wordt met gejuich ontvangen. Lynn houdt van deze bijeenkomst. Het protest tegen de drukte kan enkel bestaan bij gratie van de drukte die het protest veroorzaakt. Dat is paradoxaal, vindt Lynn, en daarom is dit goede kunst.
Lynn merkt op dat er een man tegen de andere kant van de pilaar leunt. Ze kan hem vanwege die pilaar niet goed zien, maar goed genoeg om te kunnen concluderen dat hij 1. niet van het eiland komt en 2. niet geheel onaantrekkelijk is.
Henk Broekhuis, die eigenlijk Karel van het Reve heet, schrijft dat er nauwelijks een zichzelf respecterend intellectueel in de westerse wereld te vinden is die niet gelooft dat de vele in dromen, beeldende kunst en literatuur voorkomende potloden en andere langwerpige dingen fallische symbolen zijn. Er is, meent Henk Broekhuis, geen reden om aan te nemen dat die opvatting juist is.
Maar fallussymbool of geen fallussymbool, de pilaar ontbrandt een passie in Lynn die zich moeilijk laat temmen. Ze leunt iets naar voren en tikt de man die aan de andere kant van de pilaar staat op zijn schouder.
‘Als deze pilaar hier niet stond,’ zegt Lynn, ‘dan zouden wij nu tegen elkaar aanleunen. Dat zou je althans denken. Maar zo zit het niet. Het is uitgesloten dat wij tegen elkaar aan zouden leunen. Dat doe je nu eenmaal niet. Wij hebben deze pilaar nodig. De tent heeft deze pilaar ook nodig. De pilaar vormt een essentieel onderdeel van de tent.’
De man knikt. Hij weet niet goed wat hij moet zeggen – of hij überhaupt iets moet zeggen. Het is onbeleefd om door een voorstelling heen te praten en hij wil niet onbeleefd overkomen. Ze zien zo ook wel dat hij van het vasteland komt. Hij glimlacht naar Lynn en richt zijn aandacht weer op het podium, waar twee jonge vrouwen in met rode verf besmeurde witte overalls een spandoek uitrollen.
‘Een tent bestaat, eenvoudig gezegd, uit het tentdoek, de tentstokken, haringen en scheerlijnen,’ zegt Lynn. ‘Wat zijn nu de essentiële onderdelen? De haringen en scheerlijnen zeker niet. Een tent zonder haringen of scheerlijnen is immers nog steeds een tent. Een iets minder stabiele tent allicht, maar niettemin een tent. Maar een tent zonder tentdoek? Dat is een karkas. En een tent zonder tentstokken is een lap stof op de grond. Conclusie: het doek en de stokken vormen de essentie van de tent. Kun je mij volgen? Sorry dat ik zoveel praat. Als ik eenmaal begin is er geen houden meer aan. Ik ben nogal lankmoedig. Vrolijk lustrum.’
III
Als Jonas wakker wordt in een vreemd bed is het al licht buiten, en ook binnen is het licht, er hangen dunne gordijnen voor de ramen. De plek naast hem is leeg. Jonas haat het als het licht is in een kamer, thuis heeft hij rolluiken, hij woont in het zuiden van het land.
Hij hoort gestommel in de keuken. Dat wil zeggen: hij denkt dat het gestommel uit de keuken komt. Hij kan niet precies lokaliseren waar het geluid vandaan komt. En al had hij dat gekund, hij weet niet waar de keuken is. Gisterenavond zijn ze rechtstreeks naar de slaapkamer gegaan, Lynn en hij. Het gestommel dat hij hoort herkent hij als keukengeluiden, dat is wat hij bedoelt.
Toen Lynn hem aansprak in die drukke tent vond hij haar een vreemde vrouw. Na de protestbijeenkomst had ze hem op sleeptouw genomen. Bij het handpoppentheater begon hij haar gezelschap te waarderen. Bij de sambaballenband raakte betoverd, bij de dreumesdans verafgoodde hij haar en nu was hij compleet in de war. Altijd was hij een jager geweest. Ineens was hij de prooi.
Lynn zet een dienblad met koffie en croissantjes op het nachtkastje en gaat naast Jonas liggen. Drie kwartier later ligt ze weer naast hem, bezweet. Jonas weet niet waar hij het heeft.
‘Ik denk dat ik verliefd op je ben,’ zegt hij. En Lynn zegt: ‘Ik denk dat het tijd is dat je gaat.’
Met een omweg wandelt Jonas naar de veerboot. In de duinen staat hij plotseling oog in oog met een vos. Hij heeft nog nooit een vos gezien. Enige tijd blijven ze zo staan, Jonas en de vos. Dan schiet het beest weg in een duindoorn. De duindoorn komt van nature voor op Schiermonnikoog. Hij kan goed tegen droogte en ook tegen zout.
Op de veerboot denkt Jonas na over de vos. De meeste vossen jagen heel hun leven op kuikens. Ze weten niet beter dan dat zij bovenaan de voedselketen staan. Maar als je pech hebt, of geluk, het is net hoe je het bekijkt, dan kom je op een goede dag een jager tegen. Jonas gelooft dat hij daar in de duinen niet zozeer een vos, als wel zichzelf is tegengekomen.
Er is geen reden om aan te nemen dat die opvatting juist is.
Dit verhaal is losjes gebaseerd op het lied All that she wants van de Zweedse popgroep Ace of Base, en nog veel losjeser op het verhaal Het hallo-lied van de Woerdense schrijver Robert Schuit. Een iets andere versie van dit verhaal las ik voor tijdens De avond van het Melkvarken in het Torpedotheater te Amsterdam op 16 november 2024.
Wil je deze stukjes, die meestal korter zijn, in je mailbox ontvangen? Dat kan.