De man zonder benen
Langs de kant van de weg zat een man zonder benen, maar met een gigantisch hoofd, dat mogelijk enkel gigantisch leek omdat het verhoudingsgewijs een groter deel van de man uitmaakte dan het geval zou zijn geweest wanneer de man wel benen had gehad.
Op de grond voor de man lagen een pet en een stuk karton waarop iets in het Portugees geschreven stond. Ik ben die taal nauwelijks machtig, maar als ik mag raden, en wie houdt mij tegen, zou ik zeggen dat er stond dat de man geen benen heeft en al dan niet relatief een gigantisch hoofd en dat hij spaart voor nieuwe benen en, mocht zijn hoofd ondanks die nieuwe benen nog altijd gigantisch zijn, voor een hoofdverkleining, en dat hij naast been- ook werkloos is, want wie zit er te wachten op een man zonder benen, dat is bijna nooit een voordeel, alleen misschien voor stuurmannen in de acht met stuurman, een discipline in de roeisport waarbij de stuurman niet mee roeit en dus maar het beste zo licht mogelijk kan zijn, maar laat dat nou net een beroepsgroep zijn waarvoor in Brazilië de banen niet voor het oprapen liggen, en of degenen die het kunnen missen alsjeblieft een kleine donatie kunnen doen ten behoeve van twee prachtige nieuwe benen.
Het verhaal greep mij dermate aan dat ik een munt in de pet van de man legde. Op de munt stond ‘25’. Veel was hij niet waard. Afhankelijk van aan wie je het vraagt heb je zestien tot veertig van die munten nodig voor een vers glas ananassap. De Braziliaan zonder benen lachte mij vriendelijk toe en zei ‘muito obrigado’.
Later, onder het genot van een vers glas ananassap, bedacht ik dat het ‘een glas verse ananassap’ moest zijn, want de ananassap was vers, dat glas kon net zo goed eeuwen oud zijn. Het glas was van plastic en feitelijk dus geen glas maar een beker. De man zonder benen kwam voorbij. Hij zat op en skateboard en bewoog zich met armkracht voort. Zijn biceps waren van een jaloersmakende omvang, maar misschien was dat relatief.