De man met de baard

Ik was op weg naar de bibliotheek om aan mijn nieuwe roman te werken. Het is een paar honderd meter lopen en juist in die paar honderd meter werd ik staande gehouden. Een man met een witte baard zei dat ik een mooi gezicht heb dat veel vriendelijkheid uitstraalt.

Vroeger leidde zo’n opmerking nog weleens tot liefde of lust, maar tegenwoordig zijn het vooral gekken die zoiets zeggen. Dingen veranderen nu eenmaal. Zo kreeg je voorheen bij de tandarts een stuiterbal als je niet huilde. Daar zijn ze op een gegeven moment mee gestopt. Symboolpolitiek van de EU waarschijnlijk, om de agro-industrie te ontzien.

De man had veel te vertellen. Het sprak over de zon en over de stad, over aardbevingen en over dankbaarheid. In mijn kijk op de zaken was hij niet buitengewoon geïnteresseerd. Het liefst had ik het verhaal afgekapt en was ik doorgelopen, maar daar ben ik te vriendelijk voor. Dat had de man goed gezien.

Na een tijdje begon hij over zijn geloof.

Hij kon bewijzen dat zijn geloof het enige ware geloof is. Dat staat namelijk in het heilige schrift. En wat in het heilige schrift staat is waar, want hoewel het heilige schrift al heel oud is, wordt het nog altijd door miljoenen mensen gelezen. Dat komt doordat de god die door de man met de baard aanbeden wordt de mensen inspireert om elkaar te vertellen over het heilige schrift. Nu vertelde de man met de baard het weer aan mij. Het moest dus wel waar zijn.

De man zal mijn twijfel hebben opgemerkt. Hij voerde nog een bewijs aan. Er was eens een farao – om privacyredenen zal ik zijn naam niet noemen – die ontzettend rijk was. Deze farao geloofde niet in de juiste god. Daarom verloor hij aan het einde van zijn leven al zijn bezittingen.

Ik raakte geobsedeerd door de baard van de man. Die was niet helemaal wit: het gedeelte dat de kin bedekt was rossig van kleur. De rossige haren strekten zich uit tot ongeveer anderhalve centimeter onder zijn kin. Pas daarna kreeg het wit de overhand.

De man vertelde dat het gemummificeerde lichaam van de farao een eeuw geleden gevonden is door Franse archeologen. De farao was erg lelijk en hij keek chagrijning. Dat wijst erop dat hij tot in de eeuwigheid in de hel zal branden. Anders had hij wel vrolijker gekeken.

Een mensenhaar kan niet half rossig en half wit zijn, tenzij je hem verft. Bij rokers komt het verschijnsel ook voor, maar deze man was geen roker; zijn snor was smetteloos wit en ook zijn tanden vertoonden geen nicotinesporen.

In Flevoland maaien ze de bermen niet meer. Tijdens het wielrennen rijd je voortdurend in een hagelbui van insecten. Het belangrijkste verschil tussen een hagelsteen en een insect is dat een insect niet smelt in je mond.

Je zou haast geloven dat het goed gaat met de natuur, maar dat is niet zo. Het grootste gedeelte van Nederland bestaat niet uit berm.

Iemand muntte de term Potemkin-berm, naar analogie met het Potemkin-dorp. Dat waren dorpen die bestonden uit mobiele façades die Catharina de Grote moesten doen geloven dat de Krim floreerde. Daar deed de baard mij aan denken.

De man kondigde aan dat hij zijn verhaal ging afronden. Het afrondende gedeelte duurde langer dan de rest van het verhaal.

Catharina de Grote hing een ander geloof aan dan de man met de baard. Zij bleef tot aan haar dood een vermogende vrouw. Onderzoekers hebben met zekerheid vastgesteld dat het verhaal van de Potemkin-dorpen op onzin berust.

De man met de baard wilde weten of ik vragen had. Hij kon zich dat goed voorstellen, ik had een hoop informatie te verstouwen gekregen.

Ik vroeg of hij bij zijn laatste tandartsbezoek een stuiterbal had gekregen. Dat was niet het geval.

Leuke tip: Schrijf je in voor mijn stukjesbrief en ontvang mijn stukjes in je mailbox.