Het wonder van Emmen
In Andere Tijden ging het over ‘het wonder van Emmen’. Ik zat in Emmen op school. Ik had nog nooit van het wonder van Emmen gehoord. Ik kon in de gauwigheid alleen Michel van Oostrum bedenken.
Het kwam erop neer dat ze tijdens de wederopbouw van een dorp een stad hadden gemaakt zonder de dorpse sfeer te verliezen. Dat wist ik. ‘Stad van dorpen’ noemden ze Emmen wel eens, maar dat die woonerven zo bijzonder waren dat ze er vanuit het hele land met de bus naartoe kwamen om te kijken, was mij nooit verteld.
De vreugde was van korte duur. Vanaf de jaren zeventig holde Emmen achteruit. De industrie trok weg, in China was de arbeid goedkoper. Ook nu, in 2016, ging het niet goed. Emmen moet op zoek naar een nieuw wonder, vond Hans Goedkoop.
In de Atlas der Gemeente eindigt Emmen altijd onderaan, omdat het zo ver van Schiphol ligt en omdat er weinig theaters zijn. Dan reist er een cameraploeg naar Zuidoost-Drenthe – alleen dan, of als er een olifantje geboren is – en dan vragen ze aan mensen op straat en in de kroeg of het er echt zo slecht is. Sommigen zeggen van wel, anderen van niet en dat noemen ze dan een reportage.
Toen ik in Drenthe woonde had ik nooit in de gaten dat de landelijke media nogal op de Randstad gericht zijn. Dat is natuurlijk wel zo. Je hoort wel eens dat Drenten ontevreden zijn omdat ze niet gehoord worden. Die indruk krijg ik niet als ik er ben. Ze zijn gewoon gelukkig, behalve de pechvolgels en de zeikerds, maar die heb je overal.
Ik ben in een noordelijke stemming. Ik lees Nanne Tepper en ik luister Daniël Lohues. Die laten het Noorden zien zoals het is. Niet zoals het zich verhoudt tot de rest, maar als een op zichzelf staand gebied. Er is vreugde en verdriet en dat je tweeënhalf uur in de trein moet zitten om op Schiphol te geraken kan niemand een zak schelen.
De aflevering van Andere Tijden staat online. De NPO gaat met zijn tijd mee.