5 minuten #40 – Charlie, uiteraard

vraagtekenDit stuk kan maar over een ding gaan. Maar het lukt niet, ik ben in verwarring, meer dan ooit. Ik weet niet precies waar hem dat in zit. Laat ik volstaan met twee linkjes. Wat Max Molovich en Jan Postma schreven, dekt de lading in mijn hoofd wel aardig.

Zo. 43 seconden. Snelste 5 minuten ooit.

TOELICHTING
Op de middelbare school begon ik ooit aan een boek (titel en auteur weet ik niet) over een soort hiernamaals, waarin de overleden hoofdpersoon voortleefde in de gedachten van zijn nabestaanden. Letterlijk. Als men aan hem dacht, dan maakte hij dat mee. Zo was er een Franse restauranthouder bij wie onze protagonist zaliger op een vakantie eens een maaltijd had genoten. De restauranthouder had één beeld overgehouden aan die ontmoeting: een weglopende man met afhangende schouders. Dat weglopen werd postuum keer op keer beleefd.

De maanden vlak na de dood waren een grote blur. Omdat iedereen voortdurend aan je dacht, kreeg je geen van die gedachten werkelijk mee. Te veel indrukken en nog niet vaardig die indrukken een plaats te geven, zoals een baby vlak na zijn geboorte (die vergelijking gebruikte de schrijver zelf geloof ik ook).

Hoewel ik het boek niet uit heb gelezen – ik had ook toen al een enorme afkeer van en angst voor de dood – moet ik er vaak aan terugdenken. De roes van de wedergeboorte is als een twittertimeline na een Grote Gebeurtenis. Je hebt de politici die er een electoraal slaatje uit willen slaan, de boontjes uit het andere kamp die dat veroordelen, de onderbuikjes die hun eerste naïeve gedachten aan de wereld toevertrouwen om ze na twee minuten beschaamd weer te verwijderen, de werklozen die er snel screenshots van hadden gemaakt en de rest van de dag bezig zijn de tot inkeer gekomen naïevelingen kapot te maken, de schrijvers en columnisten die de algemene stemming in een prachtige volzin samenvatten en tevreden achterover leunen terwijl hun telefoon het bureau af trilt van de retweets, Geenstijl dat de meest debiele uitspraken in een stukje pleurt met een toewijding alsof domheid minstens zo erg is als twaalf mensen vermoorden, L1 dat het nieuws wil regionaliseren en naarstig op zoek is naar een Limburger in Parijs (RT = fijn), de slaapkop met BREKEND nieuws van zes minuten geleden, de stilletochtinitiator (ook Naarden leeft mee!) en de relativist (‘het is ook elders hommeles hoor, mensen’).

En daar wil je dan niet aan meedoen maar ook weer wel omdat je heus iets zinnigs te zeggen hebt en terwijl je de pro’s en cons tegen elkaar weg streept besef je dat je geen haar beter bent omdat je je eigen imago blijkbaar belangrijker vindt dan de gruwelijke gebeurtenis waar het allemaal om begonnen is. Dus houd je je wijselijk stil en typ je de volgende ochtend een stukje waarin je toch meedoet en dat zal je de wereld in sturen met een begeleidend tekstje, zoiets als ‘nou, ja, ik heb ook iets geschreven over Charlie’ en dan hoop je natuurlijk dat een miljoen mensen het lezen maar tegelijkertijd vind je dat bezoekcijfers je nu even geen reet zouden moeten interesseren want het is allemaal al erg genoeg en dus ga je douchen en naar je werk en hoop je dat het leven vroeg of laat zijn normale verloop weer krijgt, wat natuurlijk zal gebeuren.

Met andere woorden, ik weet het allemaal ook even niet.