5 minuten #41 – een pizza in Groningen

pizzameisjeTerwijl ik dit schrijf ben ik in Groningen, een prima stad als je het mij vraagt. Vroeger woonde ik er, nu mijn broer. Zo gaat dat. De mensen stoppen hier voor rood, ook als er helemaal geen verkeer aankomt. Was ik vroeger ook zo? Ik kan het me niet voorstellen.

In de oven zit een pizza. Dat is mijn ontbijt. Het is 15:38 uur. De pizza moest er precies 5 minuten in. Dat lijkt me nogal aan de korte kant. Het is waarschijnlijk een superoven. Een andere verklaring heb ik even niet.

Op het plaatje zag de pizza er een stuk beter uit dan in het echt. Dat zie je vaker. Het is de schuld van Photoshop. In de modellenbranche is dat de normaalste zaak van de wereld, al is er een voortdurende discussie of het eigenlijk wel zou moeten. In de diepvriespizzabranche hoor je er niemand over.

Op de Belgische radio was een vrouw die er een mening over had. Vroeger werden foto’s misschien niet geshopt, maar dat wil niet zeggen dat ze ‘echt’ zijn. Er gaat uren aan visagie aan vooraf, de fotograaf weet precies bij welke lichtinval je hoofd en je tieten er het best uitkomen en hij maakt honderden foto’s waarvan alleen de mooiste gepubliceerd worden. De vrouw op de radio kon het weten; ze had wel eens een fotoshoot meegemaakt. Ik weet niet precies wat haar punt was, maar ze klonk erg vriendelijk dus ik besloot het met haar eens te zijn.

TOELICHTING
De pizza is klaar. Hij is er niet veel mooier op geworden en hij is zo klef als een deur. De oven heeft een speciale pizzaknop en die had ik gebruikt. Volgens mij combineert hij daarbij zijn skills als oven met die als magnetron. (Het is een combimagnetron.) (Of een combioven.) Het gaat inderdaad lekker snel, maar het wordt er niet lekkerder op. Om te redden wat er te redden valt heb ik hem nu drie minuten op de normale ovenstand gezet. Ik hoop er het beste van.

De drie extra minuten zijn om. Hij is iets opgeknapt, maar het houdt niet over. Nou ja, je moet een gegeven paard niet in de bek kijken. Ook niet als het een pizza is. Ook niet als je er gewoon voor hebt betaald (zij het weinig). Gelukkig kocht ik ook een sinaasappel en nu ga ik stoppen want mijn inkt is op. (Dat schreef je vroeger onder brieven aan je penvriendjes die je op de camping had ontmoet. ‘Op’ deed je dan in stipjes, zodat het net leek alsof de inkt echt op was. Maar daar trapten ze niet in, die penvriendjes van mij. Dat wil zeggen, ze stuurden nooit iets terug. Dat nam ik ze kwalijk, maar inmiddels is alles vergeven en vergeten, zoals het hoort.)