Ajax

Ajax

Tot groot genoegen van hen die Ajax een warm hart toedragen, won de Amsterdamse voetbalclub met 4-1 van Olympique Lyon uit Lyon. Op Twitter en Facebook schreven velen hoe blij ze waren. Ik overdrijf niet als ik zeg dat ze ontzettend blij waren.

Hoewel ik tot ongeveer mijn negentiende levensjaar ook blij werd wanneer mijn favoriete voetbalclub (Emmen, haha, nou en) een wedstrijd won, vind ik het tegenwoordig lastig te begrijpen. De voetballers van het verliezende team zijn vast net zo vriendelijk en hebben even goed hun best gedaan.

Ik reageerde in eerste instantie cynisch op de blijdschap van de Ajax-fans, overigens zonder dat cynisme te uiten. Een stompzinnige reactie, dat weet ik ook wel. Je moet niet neerbuigend doen over iets wat je niet begrijpt. Dat heeft in deze wereld nog nooit iets moois opgeleverd.

Misschien zit ik ernaast, maar volgens mij is de blijdschap bij winst vele malen groter dan het verdriet bij verlies. Dan is het even slikken en weer doorgaan. Even woelen en gewoon weer opstaan. Het doet je weinig. Maar bij winst is men de hele avond blij en de dag daarna nog steeds. In die zin is voetbal iets prachtigs. Het levert de samenleving per saldo een hoop vreugd op.