De koffietent

De koffietent

Onder invloed van derden ben ik iemand geworden die op zater- en zondagochtenden geregeld voor de gezelligheid koffie drinkt bij speciaal daartoe op- en ingerichte cafés, in een bepaalde volksmond ‘koffietentjes’ genoemd. Een favoriet heb ik nog niet, maar als ik moest kiezen dan koos ik voor een door als Brazilianen vermomde Iraniërs uitgebate zaak in de Rivierenbuurt, vooral omdat het dicht bij mijn huis is en omdat er op het bescheiden terras altijd ruimte is.

Vanaf het terras kun je uitstekend zien wat er zoal op straat gebeurt. Veel is dat niet. Er loopt iemand voorbij, er fietst iemand voorbij, er rijdt iemand voorbij op een scooter, er rijdt iemand voorbij in een auto. Men verplaatst zich wat af in deze stad. Het stemt mij tevreden dat fietsen en lopen bestaande werkwoorden zijn en autoën en scooteren niet.

Aan de overkant van de straat rijdt een auto een scooter aan. Aan mijn kant van de straat loopt een man. Hij heeft een ingevallen gezicht, halflang haar in slierten, een trainingsjasje en een hond. Zo zal ik er over veertig jaar uitzien, op die hond na. Het is een modieuze hond. Meer accessoire dan huisdier.

Het meisje dat achterop de scooter zat is afgestapt. Ze schreeuwt dat ze pijn heeft. Haar vriend negeert haar. Hij praat met de automobilist. Ik kan niet horen wat ze zeggen. Als je het ongeluk en het meisje wegdenkt zie je twee vrienden die elkaar al jaren kennen.

Het accessoirehondje blijft verschrikt staan. Hij heeft een andere hond gezien. De andere hond lijkt behalve op een hond ook op een bloemkool. Het accessoirehondje verstopt zich achter zijn baasje. Als hij de andere hond gepasseerd is, draait hij zich om en blaft hij. Het klinkt alsof er een rat vermoord wordt. Dat heb ik eens op AT5 gezien. De bloemkoolhond haalt zijn schouders op.

Het meisje dat achter op de scooter zat lacht alweer. De vrouw die naast mij zit zegt tegen haar vriendin dat alle scooterrijders wat haar betreft dood mogen. Ze zegt het harder dan de andere dingen die ze zegt. Iedereen op het terras kan haar horen. Niemand spreekt haar tegen.