In Spanje #3 - hotelleven

In Spanje #3 – hotelleven

In de hotelbranche heeft men iets opgevangen over de opwarming van de warm, zoals Eddy Wally zaliger dat zo fraai kon zeggen toen hij nog in leven was. In badkamers hangen stickers die de gasten wijzen op hun verantwoordelijkheid met betrekking tot een betere wereld. Samen zullen we erin slagen deze zware taak te volbrengen. Eigenlijk is het heel eenvoudig. Het enige wat je hoeft te doen is je handdoek na gebruik niet op de grond gooien. In plaats daarvan hang je hem over een rekje om te drogen. Het hotelpersoneel zal er dan eigenhandig voor zorg dragen dat de handdoek blijft hangen en niet gewassen wordt. De gast kan hem een volgende dag opnieuw gebruiken.

Het lijkt een nobel idee van de hotelbranche. De waarheid is dat het ze niets kan schelen. In diezelfde badkamers liggen zeepjes, flesjes shampoo en douchegel, badmutsen, tissues, kammetjes, drinkbekertjes, tubetjes tandpasta, tandenstokers, flesjes mondwater, gezichtsreinigingsdoekjes en een borsteltje om je schoenen te poetsen. Alles voor eenmalig gebruikt en per stuk in plastic verpakt. In de lobby liggen folders van bedrijven die scooters en auto’s verhuren en van restaurants gespecialiseerd in vis en vlees. Samen zullen we erin slagen de zware taak te volbrengen.

Dat hotels het schuldgevoel van hun bezoekers misbruikt om de kosten te drukken is tot daar aan toe. Erger is dat mensenkinderen die nooit echt over dit soort dingen nadenken, mogelijk zullen geloven dat ze werkelijk bijdragen aan een beter milieu als ze zich twee keer met dezelfde handdoek afdrogen. Daarmee zien ze zich ontslagen van verdere verplichtingen en gaan ze ’s avonds met de auto naar het centrum om een halve koe op te eten.

Zelf ben ik natuurlijk geen haar beter. Ik vlieg op en neer naar Spanje omdat ik het in Nederland te koud vind. Maar ik droog me wel zo vaak mogelijk met dezelfde handdoek af. Minstens een keer of dertig. Dat is niet zozeer omwille van het milieu, maar uit luiheid en omdat ik niet zo gek veel handdoeken heb en ook geen wasmachine.

Op mijn lievelingshanddoek staat Wim de Bie. Niet zijn beeltenis maar zijn naam. Ik heb niets met de persoon Wim de Bie, maar zijn naam vond ik in de pubertijd zo gaaf dat het een soort stopwoordje werd. Mijn moeder heeft toen punten gespaard bij de melk en toen ze genoeg punten had een handdoek met Wim de Bie erop laten maken. Het ging vrij rap, omdat ik in die tijd minstens anderhalve liter melk per dag dronk. Dat is nu twintig jaar geleden. De handdoek doet het nog steeds, ik drink ongeveer twee glazen melk per dag en ik zeg nooit meer Wim de Bie.

Dit was deel 3 in een 16-delig dagelijks reisblog. Het vorige deel is alweer een week oud. Dat zit zo: de Spaanse lessen kostten meer tijd en energie dan ik dacht. Ik spreek nu wel vloeiend Spaans en inmiddels ben ik in Murcia, wat ook een stad is. Tot morgen maar weder, onder voorbehoud van het een en ander.